Panama – Islas las Perlas – Galapagos

Nadat de LEF goed gevuld is met diesel en water, laten we rond 10 uur PTY achter ons en gaan we ri open zee. Het voelt een beetje als een schoolreisje: binnen een uur wordt alles ‘in gang’ gezet om er het maximale uit te halen, incl. de vishengel. En met succes. Terwijl ik bezig ben m’n eerste homemade brood te bakken, vangt D binnen 10 min de eerste vis. Yes!

Het fileren duurt langer dan het vangen zelf, maar ‘s avonds eten we pasta putanesca met een vers gebakken (neefje van de) tonijn. Het zeilen gaat goed: we gaan gemiddeld meer dan 7 knopen (we varen ruime wind) en zeeziekte is te overzien. 2 pillen. Doe ik het voor. Q speelt gitaar, we zwaaien naar een grote schildpad, denken dolfijnen te zien en worden urenlang getrakteerd op pelikanen die met ons mee vliegen. Rond 17 uur ankerenen we in de baai bij Isla de San José en zitten we in een live versie van Planet Earth: 1000’en vogels die ‘jagen’ en in formatie achter elkaar aanvliegen. Ze hebben geen idee hoe mooi de show is die ze opvoeren. De eilandengroep zelf is prachtig groen, jungle, met deels strand. We zijn moe en de ruggen verbrand. Na de pasta ontdekken we dat er fosforalgen zijn, dus de nachtplas wordt een interessante happening. Na de lasershow, gaan we onder de lakens en checken we nog even de Melkweg. De eerste 50 mijl zitten erop. Het was een mooie eerste dag.
Hee, een mantaray! Zo gauw we wakker worden, vallen we midden in de ochtendgymnastiek van Samantha en genieten we van haar sprongen boven water. Na een verse Nespresso (lang leve de omvormer!), maken we van ons schip een gescheiden afval recycle center (moet van Galapagos), maakt M de leidingen van de bilge schoon en zijn we daarna weer ready to go! Vanaf nu beginnen we met het draaien van de wacht: 3 uur op, 9 uur af. Koken is ook een wacht, dus minder dan 3 uur, maar wel een ‘taakje’. De koers is ruim en we gaan hard: gemiddeld varen we zo’n 9 knopen. Als t zo doorgaat rekent Q uit, zijn we in 4 dagen en 4 uur op Galapagos. Q rekent sowieso veel. Das wel irritant, want M stelt voor dat we een weddenschap afsluiten op onze ETA Galapagos en daarbij heeft Q vast een voorsprong, vermoed ik. We spotten dolfijnen, die voor onze boot blijven zwemmen en aan mantarays & schildpadden ook geen gebrek. En zo surft de dag voort… de boom staat uit en de autopilot doet z’n werk. Het is raar geen afleiding te hebben van apps, Facebook of werk. Ik lees een boek en dankzij de 2 zeeziekpillen (ik denk in mijn geval de heilige graal) is het prima tosti’s bakken tijdens de lunch. De kuip staat inmiddels op standje ‘touren’ qua zon: de vastgeklemde pareo is hard nodig om een beetje schaduw te houden. Ook voor iemand die al 5 jaar op een eiland woont, is het veel.
En zo gaat de tijd voorbij… we luisteren muziek, doen een hazenslaapje – of niet – eten koekjes (het ouderwetsche Maria koekje is favoriet), maken water (M zijn specialiteit), checken nog maar eens de snelheid (14.4 knopen is ons record!) en voor je het weet gaat de zon weer bijna onder. Diner (vanavond tortilla’s) & afwas doen we voor het écht donker wordt en zo rond 9 wordt het rustig aan boord en gaat de eerste hondenwacht van start. Ik sta gepland van 3-6… voor iemand die niet eens één Netflix aflevering uitkijkt zonder in slaap te vallen, best een uitdaging. Mijn truuk: lekker discodeuntje op je koptelefoon en dansen maar. In de kuip, dus beperkte bewegingsvrijheid, maar als Q me om 6 uur aftikt ben ik vrij wakker en als ik zo nog een paar dagen doordans ook nog eens superfit! Rond 8 is iedereen weer rise & shine en zijn we bijna 24 uur non-stop onderweg. De volgende highlights dienen zich aan: de evenaar (hoe herken je die?) en een Colombiaans eilandje waar volgens de ‘wiki’ zeldzame dieren leven. Hij staat op de iPad gemarkeerd als een paars vierkant, de vraag is of het überhaupt licht is als we in de buurt zijn, maar D acht de kans op vis groot, dus dat is iig een projectje: verse vis voor morgen. Vooralsnog lopen we voor op schema en varen we 206 mijl (ja, dat is best veel) in de eerste 24 uur, nét geen LEF record – een kleine domper – maar we koesteren de Olympische gedachte: meedoen is belangrijker dan winnen.
PS: Q benadrukt nogmaals dat we 206 mijl hebben gevaren. Dat daar geen misverstand over ontstaat.
De topsnelheid van 206 mijl in een etmaal evenaren we vandaag niet. Sterker nog: waar we in de ochtend nog kunnen genieten van een lekker briesje, zwakt het gedurende de dag zo af dat we er zelf ook loom en sloom van worden. Het is bewolkt, wij ook een beetje. De dag kabbelt voort, wildlife valt ook tegen – al zien we wel 2 keer een vogel staand op een stuk hout voorbij drijven – dus we kletsen, lezen, dutten, vangen niks, maar hebben wel weer een prima dag. ’s Avonds valt de wind helemaal weg en als de snelheid naar 2 knopen zakt en de zeilen blijven klapperen, besluiten we een andere koers te gaan varen en gaat de motor aan. Mijn 3 uur wacht bestaat dus vooral uit sterren kijken: ik tel zeker 10 vallende terwijl de motor lekker doorronkt en de windvaan in een identiteitscrisis is beland. Met muziek, boek & mariakoek is m’n wacht compleet. Om 3 neemt Q het van me over en aan het einde van de nacht zijn we weer op een meer windzekere plek beland: de zeilen gaan weer omhoog en de LEF kan weer doen waar ze goed in is. We zeilen weer!
De koers is onveranderd en de wind waait zoals het hoort, schuin van achteren. Qua omstandigheden niks te klagen dus: nog steeds ‘voor’ op M z’n schema met een gemiddelde van 7 knopen per etmaal. Tijd voor andere dingen dus. ’s Morgens starten we de dag met zelfgemaakte yoghurt. Ik heb van Mariska (van de Zouterik) geleerd hoe ik dat moet maken. Groot succes, dus die mag in de herhaling. D klust een hangmat tussen voorstag en mast. In de schaduw met perfect uitzicht op zee. Ook voor herhaling vatbaar. Ons net vol groenten stinkt een beetje, dus D en ik doen een check en zo verdwijnt de rode kool met andere beschimmelde producten in zee. Van een groot deel van de ‘resten’ snijden we vast hapklare brokken voor de komende dagen. De lunch is een vitamine C bom met ananas, banaan en sinaasappel, gaan we ook vaker doen. De weddenschap mbt onze ETA wordt definitief gemaakt en varieert van vrijdagmiddag na lunch tm zondagochtend voor lunch (je mag een dagdeel claimen). Morgen wordt een ‘drukke’ dag: de bilgepomp moet gemaakt, we hebben plannen voor een curry en het is het plan de boot even goed op te ruimen. Ondertussen zeilt de LEF richting halverwege onze trip: vanaf dit punt wordt het aantal mijlen alleen maar minder!
En voorbij is onze tropische zeilvakantie. Doordat we de evenaar naderen, draait de wind zo’n 180 graden en voor we het weten zitten we in zeilpak op een aan-de-windse koers met windkracht 5 in de zeilen. Met regen en dikke wolken verandert onze omgeving naar het Markermeer op een druilerige zaterdag in oktober. Weg idyllische zeiltocht, dit is het echte werk. Er zijn te weinig droge plekken in de kuip, dus gemiddeld zit/hangt/ligt 50% van de bemanning binnen vandaag. Geen verse koffie, een noodle soepje voor lunch, veel slapen en Netflix dus. Het weerbericht wordt nogmaals binnen gehaald en als het goed is moet eea wat gaan draaien naar een meer ruime koers, maar daar merken we nog weinig van. Goede nieuws is dat we over de helft zijn én dicht bij de evenaar. Tijd dus om na te gaan denken over het Neptunus ritueel. Voor ons allemaal de eerste keer zeilend over de 0°, maar voorlopig aan een creatieve invulling van dit ritueel nog wat gebrek. Ondanks de regen wel bijna de hele dag vogels om de boot, veel dolfijnen (Q zag ze zelfs vannacht rond de boot, het water lichtgevend door de algen), vliegende vissen en af en toe ook een wereldberoemde octopus-met-propeller. Benieuwd waar Galapagos ons over 2 dagen 10 uur en 23 minuten (Q rekent gewoon door) ons überhaupt nog mee kan verrassen. Binnen lijkt het overigens ook of de Big Five langs is geweest: vergeleken met gisteren ligt er niets meer op z’n plek. Door onze koers schuift alles richting de lage kant, wat vooral betekent dat het eindigt in de (plak) strip van D’s bed waar ie nu ongeveer in moet klimmen. Q slaapt als een soort zeester aan de hoge kant, benen en armen gebruikt ie om z’n kofferset bij elkaar te houden. M comfortabel in de punt en ik vermoed het talent van m’n moeder geërfd te hebben om bizar lang te kunnen slapen aan de hoge kant terwijl ik tegen de motorkamer ‘hang’. De avond valt, om ons heen is alles donker, geen ster of maan te zien. De wind zwakt wat af, de regen blijft: nacht 4 op zee gaat in. We liggen lekker stabiel: het is eigenlijk perfect weer voor verse koffie en de boot even opruimen. Jammer dat het donker is.
Het is de mooiste datum van het jaar (20|02) en hier geldt: het is weer droog. De kussens, boeken, petjes en andere doorweekte spullen worden buiten gehangen, terwijl M probeert de bilgepomp te maken. Er is weer koffie, de vislijn gaat uit en gezien de hoeveelheid wind (weinig) besluiten we het rif uit het grootzeil te halen. Oftewel: we hebben een drukke ochtend. Het hoogtepunt van deze dag is gepland in de middag wanneer we de evenaar gaan passeren, dus alles moet strak staan als het zover is. Met Nutella, 3tand en gitaar maken we een #sailfie van ons Neptunus ritueel en als het dan e i n d e l i j k zover is (de aftelklok stond aan, we zingen nog net geen ABBA met happy new year) doen we allemaal een plons in zee en wordt het onderwaterschip en passant ook even geschrobd. En daar zijn we dan: op het zuidelijk halfrond… om de feestvreugde van deze dag vast te houden (en in de hoop meer snelheid te maken), wordt de genaker gehesen. Nieuw voor de LEF & crew, dus even pielen, maar als ie dan eindelijk staat, gaan we als de brandweer. We zijn gelukkig en blijven ons verbazen over hoe bizar het is dat er niemand om ons heen is. Vandaag zagen we één schip. Het passeerde ons op 3 mijl afstand. En dat was het. Verder niets dan zee, zee en nog eens zee. Rond 4 proosten we met rum cola’s en nacho chips op deze ‘vreselijke’ dag. Iemand moest t doen. Blij dat wij dat waren.

Reacties zijn gesloten.