De Oversteek

Dan is het eindelijk zo ver! De Koninginne-etappe, l’étape de la reine. De kers op de taart. De zeildroom van waarschijnlijk velen, maar zeker die van mij. De Atlantische oversteek. Dik 2.700 nautische mijlen, bijna 5.000 km water, water en nog eens water.
Vanaf het begin van mijn reis in augustus stond de eerste week van januari rood omcirkeld in mijn agenda. Voor mijn reis heb ik een stuk of tien mensen gesproken met ervaring met het oversteken van de oceaan. Vrijwel unaniem was de mening dat het wat zeilen betreft niet het ingewikkeldst is. De route is naar het zuidwesten. Naar die hoek waait ook de passaatwind en als klap op de vuurpijl staat de stroming ook nog die kant op. Iemand zei: ‘Je hoeft alleen je zeilen te hijsen, dan kom je er van zelf. Alhoewel dat hoeft niet eens, zonder zeilen kom je er ook’. Waar maakt iedereen zich druk om dan zou je denken. Het spannende zit ‘m in de onvoorwaardelijkheid. Als je gaat, is er geen weg meer terug. Zoals gezegd zijn wind en stroming richting Zuid-Amerika. Dat is comfortabel als je zelf ook die kant op moet. Echter, als je terug zou willen, is diezelfde wind opeens verdomd hard en zijn de golven angstaanjagend hoog. Het is daarom zaak dat je materiaal in orde is, maar ook dat de bemanning in voldoende conditie is dat ze minimaal 3 weken zonder dokter kunnen. Van mijn broer heb ik een hele mooie, vlijmscherpe messenset gekregen. Reuze handig voor al die vissen die we gaan vangen. De bemanning werd echter nog wel eens moe van mij als ik te pas en te onpas mijn zorgen uitte als de scherpe messen ter tafel kwamen. Ik weet niet waarom maar vooraf was ik vooral bang voor afgesneden vingers en blindedarmontstekingen. Ik zap al weg als er een injectienaald op TV in beeld komt, dus de bemanning hoeft weinig van mij te verwachten als het op medische assistentie aankomt.

De vroegere ontdekkingsreizigers hadden als credo: “Go south till the butter melts and then turn right’. Ofwel, vaar linea recta naar het zuiden totdat je dicht genoeg bij de evenaar bent voor de passaatwinden. Pas dan steek je over naar het Amerikaans continent. Op deze route kom je vrijwel langs Kaapverdië. Het scheelt circa 2 dagen met een directe oversteek. Ik kies er daarom voor om een stop-over te maken in Mindelo, een havenstad op een van de westelijkst gelegen eilanden van Kaapverdië. Dan kunnen we daar nog eventueel water, fruit en groenten aanvullen. Ook kunnen we daar aanpassingen maken of zaken repareren, mochten er gebreken naar boven komen.


Mindelo, Kaapverdie

De bemanning bestaat uit Peter, Daan en Tobias. Peter is een echte zeeman, zit boordevol verhalen over zijn verleden op de grote vaart en heeft een voorkeur voor het zeilen van lange afstanden. Het wordt zijn 2e keer om de Atlantische oceaan zeilend over te steken. Daan is een nuchtere Zeeuw die al ruim een jaar de wereld onveilig aan het maken is met zijn grote gestalte. Het zeilen is hem met de paplepel ingegoten op de Zeeuwse wateren. De oversteek staat al voor langere tijd op zijn bucketlist. Tobias is de andere wereldreiziger. Hij wil zijn reis graag afsluiten voordat hij weer ‘verdwijnt’ in het werkende leven met een Atlantische oversteek. Begin januari verzamelen wij op de LEF in Las Palmas. De voorbereidingen bestaan uit het elkaar beter te leren kennen, de weg op de boot te vinden en te bevoorraden. Vooral het laatste is meer werk dan gedacht. De verwachting is dat de reis onder normale omstandigheden circa 20 dagen in beslag neemt (2.700 nautische mijlen met een gemiddelde snelheid van 5 knopen). We besluiten om voor 28 dagen in te slaan en alles te kopen in Las Palmas. Dat betekent voor 28 dagen ontbijt, lunch, diner, snacks, waterflessen, etc. En dat voor 4 grote kerels die de hele dag in touw zijn. Uiteindelijk belanden we met winkelwagens die zo vol zitten dat de producten eraf vallen bij de kassa van de Carrefour. Als we een bezorgtijd willen afspreken, blijken we tot onze frustratie een kwartier te laat voor een ‘same-day-delivery’ te zijn. Aangezien het wegstouwen van 6 winkelwagens aan goederen in de LEF naar verwachting ook wat tijd in beslag neemt, was dat wel wenselijk geweest. De dames van de planning blijken echter onvermurwbaar. De kassajuffrouw blijkt ook niet heel enthousiast over onze keuze voor haar kassa aangezien zij het komende halfuur alles langs haar scanner moet gaan leiden. Bij het afrekenen vraagt ze of we de boodschappen vandaag nog bezorgd willen hebben. We vallen bijna over elkaar heen van gretigheid om dit te bevestigen. Drie uur later staat een witte bestelbus aan de kop van de steiger vol met dozen, kratten en blikken.
We moeten een paar dagen wachten om een goed ‘window’ te vinden in de weersvoorspelling. Omdat we Las Palmas wel gezien hebben, varen we naar San Miguel aan de uiterste zuidpunt van Tenerife. Van daaruit starten we de oversteek naar Mindelo, circa 5 dagen zeilen.
Op zowel de Canarische eilanden en Kaapverdië moeten we een week wachten om een goede weerverwachting te treffen. Ondanks dat iedereen daar de vrijheid heeft om te gaan en staan waar hij wil, vind ik dit de lastigste tijd. Allen kijken er naar uit om te starten en het water op te gaan. Alhoewel we leuke dingen ondernemen, ontkomen we niet aan rondhangen en het doden van de tijd. Het gefrustreerd op zoek moeten naar minstens belabberde wifi om Netflix te downloaden helpt ook niet mee.
Maar dan is het zover. De beslising is gemaakt, zondag vertrekken we. Wellicht is maandag iets windzekerder, maar we zijn klaar met wachten. Daarnaast is de wind in de schaduw van de eilanden toch onzeker. Als de wind dan gaat aantrekken zijn we in ieder geval op open water. Zondagmiddag 12 uur gaat de motor aan, trossen los en varen we tussen de eilanden richting het zuiden met de verwachting circa 16 dagen later aan te komen in Suriname.
Het leven aan boord is heel geregeld. We hebben een 24-uurs wachtschema van 3 uur op, 9 uur af. Om de beurt koken we en dit telt als wacht. Daardoor schuiven we door het wachtschema en heb je niet steeds dezelfde wachttijd. Iedereen heeft dus 2 of 3 wachten per etmaal. Vooral de ‘hondenwacht’, van 0.00-3.00 en 3.00-6.00 zijn het vervelendst. Met dit schema heb je 2x in de 4 nachten een hondenwacht.


Wachtschema

Naast koken, zijn ook broodbakken en schoonmaken opgenomen in het schema. Zo weet iedereen waar hij aan toe is. Omdat je ‘s nachts ook wachtloopt, slapen we overdag bij. Verder stuur ik op een aantal zaken aan: koken, eten en afwassen voor het donker. En het wordt vroeg donker in de buurt van de evenaar,  rond 19u zie je geen hand meer voor ogen zonder zaklamp. Ook de LEF moet voor het donker klaar zijn voor de nacht, dus evt een extra rif in grootzeil en/of genua. Meestal doen we dit voor het koken, omdat de boot dan ook rustiger op de golven ligt hetgeen het koken ten goede komt. De kans dat er dan in vingers gesneden wordt neemt ook flink af ;-).
Iedere middag haal ik via de satelliet telefoon het weerbericht binnen en stuur ik onze GPS locatie naar mijn broer Hans. Mocht er iets gebeuren, kan hij evt de kustwacht waarschuwen en onze laatst bekende positie doorgeven. Voor noodgevallen hebben we overigens ook een EPIRB aan boord. Dit apparaat stuurt, als het in contact komt met water, automatisch een noodsignaal en onze locatie uit. Dit wordt opgepakt door de satellieten en opgevangen door de redding instanties. Zij kunnen dan schepen in de omgeving sommeren naar ons toe te varen. Vrijwel alle schepen, waaronder de LEF, zijn uitgerust met AIS waardoor ze overal ter wereld te volgen zijn. Wel zo veilig, maar haalt wel een beetje de romantiek van ons avontuur 😉
Iedere ochtend hangen we 2 vislijnen achter de boot met daaraan ‘lures’ in de vorm van een octopus en een scherpe, dubbele vishaak. We vangen een stuk of 8 vissen waaronder bonito’s, mahi mahi en een aantal vissen die we niet direct herkennen. We snijden ze open en als het vlees er eetbaar uitziet, wordt het toegevoegd aan het menu van de avond. Een dag hebben we zelfs een menu keuze, mahi mahi en/of tonijn.


Mahi Mahi

Als we halverwege onze reis zijn, besluiten we deze mijlpaal te vieren met een  sprong in het diepe. Letterlijk, volgens de kaart is het hier een paar duizend meter diep. Ik ben niet zo’n held wat dat betreft. Ik kan het moeilijk uitleggen, maar niet wetend wat er allemaal op die grote diepte leeft en onder mij zwemt, laat me de rillingen over de rug lopen. Om te voorkomen dat ik achteraf spijt krijg, neem ik mij voor bij het ochtendgloren een duik te nemen. Het is nog een hele uitdaging om de boot rustig te krijgen op golven van zeker 3 meter. We laten de zeilen zakken en gaan ‘bijliggen’ zoals dat heet. Langzaam komt het schip tot rust en ben ik van mening dat een duik verantwoord is. Ik stel voor om de beurt van de boot te springen om vervolgens via het zwemtrapje achter op de boot gelijk weer aan boord te komen. Zo zijn er altijd 3 mensen aan boord mocht er iets fout gaan. Daarnaast betekent dit dat de tijd in het water minimaal is, wat mij dan weer niet slecht uitkomt met mijn fobie voor diep water.


Kijken of het echt zo diep is

De LEF zeilt geweldig. Het schip is ontworpen voor dit soort omstandigheden en dat is te merken. We halen makkelijk kruissnelheden van 7 of 8 knopen en zelfs topsnelheden van 9 of 10 knopen zijn geen uitzondering. Veel sneller dan de 5 knopen gemiddeld waarmee men standaard rekent. Met deze snelheid snoepen we zo 3 dagen van onze geplande reis van 16 dagen af.
Naarmate de bestemming nadert, moeten we rekening gaan houden met de getijden op de Suriname rivier. We gaan naar Domburg en dit is een uur of 3 uur varen rivieropwaarts. Aangezien hier wel 3 knopen stroming kan staan, is het wel lekker deze in de rug te hebben. Dit betekent met opgaand tij de rivier opvaren bij Paramaribo. Overal ter wereld heb je 2x laagwater per etmaal. Op en rond onze aankomstdatum is dat aan het eind van de middag en aan het eind van de nacht. Het eind van de middag betekent dat we in het donker aankomen in Domburg, aan het eind van de nacht betekent in het donker de rivier opvaren. Allebei niet ideaal, maar ik kies voor de laatste optie. Aangezien we in dit tempo aan het eind van de dag aankomen, moeten we vertragen. Liefst 18 uur. We zetten dus een extra rif en draaien de genua verder in. Vol vertrouwen kijken we naar de snelheidsmeter. Slechts een halve knoop minder, dat schiet dus niet op. De LEF blijft maar doordenderen richting Suriname als een kameel die water ruikt. Nog minder zeil dus. Uiteindelijk varen we zonder grootzeil en met slechts een klein puntje genua uitgerold de territoriale wateren van Suriname binnen. Het wordt hier flink ondiep wat te merken is aan de kleur van het water en vooral de korte golfslag. De laatste weken waren we gewend aan duizenden meters diep water. Water van soms minder dan 10 meter diep, voelt dan opeens als een pierenbadje. ’s Nachts om 3u lopen we de smalle vaargeul van de monding van de rivier binnen omringd door lichtjes van vissersbootjes en het licht van Paramaribo op de achtergrond. Via de marifoon kondig ik onze komst aan en verzoek ik om stroomopwaarts te mogen varen richting Domburg. In vertrouwd Surinaams-Nederlands krijgen we toestemming van de Marine Authority Surinam. Het is gelukt, we zijn veilig de Atlantische oceaan overgestoken.


Brug bij Paramaribo

93 antwoorden op “De Oversteek”

  1. If most people wrote about this subject with the eloquence that you just did, I’m sure people would do much more than just read, they act. Great stuff here. Please keep it up.

  2. You appear to know so much about this, and I see you’re a published author. Thanks

  3. Just wanna admit that this is extremely helpful, Thanks for taking your time to write this.

  4. A neighbor of mine encouraged me to take a look at your blog site couple weeks ago, given that we both love similar stuff and I will need to say I am quite impressed.

  5. I encountered your site after doing a search for new contesting using Google, and decided to stick around and read more of your articles. Thanks for posting, I have your site bookmarked now.

Reacties zijn gesloten.