Ondanks dat Pepijn de volgende ochtend op vakantie zou gaan, was hij toch zo vriendelijk om mij te helpen de AIS aan te sluiten. Een AIS is een zender/ontvanger waarmee ik op mijn kaartplotter kan zien wie er om mij heen varen. Mits zij ook een AIS hebben, maar dat wordt gelukkig steeds meer gemeengoed. Schepen langer dan 30 meter zijn overigens verplicht er een te hebben. Daarnaast kan je een alarm instellen dat gaat piepen als er een schip op ramkoers ligt. Toch wel een fijn idee als je in de nacht het Kanaal moet oversteken.
De afgelopen twee maanden was het ideaal ‘vertrekkers’-weer geweest. Knetter mooi weer en, niet onbelangrijk, een windje vanuit het noorden. Ideaal om af te zakken richting het zuiden. Gekscherend had ik al een keer geopperd: ‘Dan zal je net zien als ik vertrek dat wind naar ZW draait’. En ja hoor, je kon de klok er op gelijk zetten. Op dag van vertrek draaide de wind naar W/ZW. Overigens de richting van waaruit de wind in NL 80% van de tijd waait, dus zo gek was het niet. We wilden eerst oversteken naar Engeland om daar langs de kust af te zakken. Je hebt daar iets minder last van scheepsverkeer dan aan deze kant heb ik me laten vertellen. Maar door de ongunstige windrichting kon onze zorgvuldig samengestelde planning meteen de prullenbak in. Wachten op verbetering was geen optie aangezien de voorspelling voor de komende twee weken geen verandering aangaf. We moesten dus een alternatief plan maken. We besloten daarom af te zakken naar Scheveningen. Allereerst moesten we daarom door het Noordzeekanaal naar IJmuiden motoren. Dit was gelijk een goede test om te kijken of de motor het zou houden. Wachtend in de sluis, realiseerde ik me dat ik voor het eerst het zoute water op zou gaan met de LEF. Het waaide stevig en de 2-meter hoge golven verwelkomden ons door stevig tussen de pieren de haven van IJmuiden binnen te komen rollen. De reis was begonnen! ’s Avonds rond half 7 liepen we Scheveningen binnen.
Reacties zijn gesloten.