Doordat de crew van de LEF opeens gehalveerd is, hebben we ruimte over in de boot. Een ongekende luxe. D en ik discussiëren opeens over of we een kastje gaan gebruiken voor zijn boxershorts of de eieren. Aangezien D z’n was nog steeds zoek is, is het antwoord op de vraag voorlopig gegeven: de eieren kunnen er in. Onze volgende etappe bedraagt 3000nm, ruim 5,5 duizend kilometer! Naar verwachting zeilen we non-stop voor de wind met het grootzeil schurend langs de mast. Om onnodige schade te voorkomen pakken we daarom de zalingen (dwars verbindingen aan de mast) in met een ‘zwem-noodle’. Ondanks een zeurende oorontsteking volunteert D weer om de mast in te gaan. Niet mijn favoriete hobby, dus ik houd hem niet tegen. We hebben het vertrek een paar dagen uitgesteld om te bekijken of de medicijnen bij D aanslaan. Tot die tijd kunnen we ons rustig voorbereiden op ons vertrek: uitzoeken waar we het beste vers fruit, groenten, yoghurt en een Galapagos t-shirt kunnen kopen. Op zoek naar de beste WiFi voor het downloaden van Netflix en Storytel. We mikken op een vertrek komende zaterdag. Daarvoor zetten we onze local agent Fernanda aan het werk. De paspoorten moeten worden gestempeld, een crewlijst worden opgesteld en een afspraak worden gemaakt voor een bootinspectie. 4 agenten, 2 militairen, iemand van het ministerie van Volksgezondheid en een duiker moeten vaststellen dat wij geen zeeleeuw, reuze schildpad of blue footed booby mee het land uit smokkelen. Als je weet hoe die beesten stinken, kan ik me niet voorstellen dat iemand dat overweegt. Laat staan voor een tocht van drie weken!
Het is zo ver! Nadat de dame van de plaatselijke beauty salon onze paspoorten heeft gestempeld, hebben ook de heren van de politie, het leger, de natuurparken en de capo di tutti capi, de port captain hun fiat gegeven om te mogen vertrekken. Minimaal de komende 3 weken zullen wij van enig contact verstoken blijven. Ik zal echter proberen zo nu en dan een update aan mijn broer Hans te sturen die al dan niet gecensureerd, de update in deze groep zal delen. Hasta luego en tot in Frans Polynesië!
Aangezien we toch niet meer aan land mogen na de inspectie, hebben we gelijk maar het anker gelicht. D heeft met een borstel formaat afwas de algen aanslag van de ketting gepoetst. Als deze algen aanslag gaat broeien in de ankerkist is de stank op een gegeven moment niet meer te harden. Tussen de zwarte leguanen, zwemmende schildpadden, balkende zeeleeuwen en rays-formerly-known-as-manta’s slalommen we de baai uit. We draaien richting het zuidwesten en hijsen de zeilen. Even gaat het door mijn hoofd om er een rif in te leggen, het waait namelijk best aardig. Een halfuurtje later komen we er achter dat het slechts een landwindje tussen de eilanden is en daalt de snelheid naar een schamele 2 knopen: welcome to the doldrums. Op basis van het weerbericht besluiten we een dikke 200 mijl naar het zuiden te varen om daar de ‘tradewind’ naar het westen op te pakken die ons linea recta naar Frans Polynesia blaast! Doordat we precies op de evenaar zitten, zeilen we tussen de wind op het noordelijk halfrond die met de klok mee draait en het zuidelijk halfrond die tegen de klok in draait. Per saldo: wij hebben niet of nauwelijks wind. Dan varen we aan de wind op bakboord om 10 seconden later de wind half op stuurboord binnen te krijgen. Dat schiet niet op. Naarmate we zuidelijker komen ontstaan er ook nog buien. Nadeel is dat je buiten nat wordt en binnen de luiken dicht moeten waardoor het benauwd wordt. Voordeel is dat door de aanzuigende werking van een bui de wind wat toe kan nemen. Door een beetje anticiperen halen we soms nog wel ruim 6 knopen, maar vaak zakt de snelheid naar erbarmelijk niveau. Dan starten we de motor. Naar verwachting bereiken we maandag de Tradewind-snelweg en vliegen we dan op de cruise control naar Frans Polynesië. Het tekort aan slaap van deze nacht halen we dan wel in!
Reacties zijn gesloten.