Zeilplannen worden in het zand geschreven bij laag water. We hadden plan B om via de Seychellen de Golf van Aden via Djibouti de Rode zee in te duiken (plan A was om Kaap de Goede hoop heen). Echter na wat uitgebreider onderzoek lijkt me de overtocht van de Seychellen naar Djibouti in januari niet heel geschikt. Het weer onder de evenaar is vaak tegengesteld aan boven de evenaar. Dit samen met de Noord oost monsoon die waait in januari komt dit neer op dik 2.000nm (meer dan 3.500km) aan de wind varen. En met de ervaring die we hebben opgedaan op de Indische oceaan klinkt dat niet heel aantrekkelijk.
Daarom worden zeilplannen in het zand geschreven bij laagwater zodat de vloed ze wegspoelt en een nieuw plan geschreven kan worden: Plan C. We gaan vanuit Cocos Keeling linea recta naar het noorden. Daar komen we aan in Indonesie, West Sumatra op precies te zijn. Via de Mentawai eilanden trekken naar het noordelijkste puntje van Sumatra. Vervolgens steken we over naar Thailand zodat we de noordelijke route (boven de evenaar) naar Djibouti kunnen volgen. Phuket – Sri Lanka – Malediven – Djibouti (Ik zoek nog bemanning).
Morgen laten we Cocos Keeling achter ons en verlaten daarmee officieel Australië. De paar mensen die hier wonen hebben uiterlijk meer verwantschap met Indonesië/Maleisië, maar zodra ze wat zeggen vliegen de onvervalste ‘mates’ en ‘no worries’ je om je oren. Cocos Keeling bestaat uit 3 eilanden waarvan er twee bewoond zijn. We liggen voor anker voor het derde, onbewoonde eiland. Als we de bewoonde wereld willen bezoeken moeten we 3 kilometer met de dinghy tegen stroom en golven in. Ondanks de regenjassen komen we alle twee de keren zeiknat in het dorp aan. Veel hebben we er ook niet te zoeken wat het assortiment in de enige winkel bestaat uit blikvoer, wortels en uien. Iedere paar weken komt er een boot nieuw proviand brengen en de spaarzame versproducten worden ingevlogen en willen we niet voor de neus van de locals wegkapen. Afval worden we geacht mee te nemen en niets op het eiland achter te laten. We proberen alles zo klein mogelijk te maken in de afval zak en eens in de zoveel dagen verbranden we het brandbare afval in een donker hoekje op ons onbewoonde eiland. Onze inklarings ambtenaar is hier net gestationeerd voor 2 jaar. Het klinkt heel idyllisch, maar ik denk dat ik gillend gek zou worden. Ik vind het na een week alweer voldoende. Op naar plan C: morgen naar Padang, West Sumatra. Selamat datang Indonesia!