We zijn bij Ogea, een prachtig eiland oostelijk van Fulaga. Ook hier wordt Sevusevu, een bezoek aan de Chief, op prijs gesteld. Volgens de beschrijving begint aan het eind van onze baai het pad naar het dorp. We laden wederom de dinghy vol en gaan op zoek. Achterin de baai ontvouwt zich inderdaad een mini baaitje waar een trap in de rots is uitgehouwen. Expeditie Robinson had geen beter decor kunnen ontwerpen. De wandeling zou zo’n 40 minuten moeten bedragen. Het afgelopen jaar ben ik regelmatig in het tuincentrum geweest met mijn moeder en ik herken de ene na de andere kamerplant links en rechts van het pad.
Na een dik half uur komen we inderdaad in het dorp en worden vriendelijk naar het stenen huis achterin het dorp verwezen. De Chief wordt bijgestaan door zijn zoon en de sfeer is heel ontspannen en vriendelijk. Marieke stelt zich inmiddels voor als Maria. Niet alleen is dat haar officiële voornaam, maar Marieke blijkt hier een jongensnaam en mensen kijken dan altijd een beetje raar. Blijkbaar moet de gender-discussie hier nog op gang komen. En met vijf kerkdiensten op een zondag vindt eenieder Maria ook een veel betere naam. De chief is 83, maar vind dat zelf nog erg jong. Zijn vader is 106 geworden. Aan het eind van de ceremonie vraagt de zoon onomwonden wat we kunnen betekenen voor het dorp. Elektricien, koelkastmonteur, buitenboordmotoren-expert zijn beroepen waar blijkbaar behoefte aan is. Ik ben al zo lang aan het zeilen dat ik inmiddels vergeten ben waar ik goed in ben dus ik por Marieke in haar zij en spoor haar aan. Marieke zegt aarzelend dat ze geen koelkasten of tv’s kan maken, maar dat ze dokter is. Maria én dokter maakt dubbel indruk. De Chief vraagt of Maria de nurse wil bezoeken.
Eerst lopen we nog even door het dorp. Ook hier ligt een cricket pitch op het veld voor de kerk. Wat opvalt zijn de zandzakken aan de rand van het dorp om het water buiten te houden. Alle eilanden in deze regio hebben last van de stijgende zeewaterspiegel. De nurse blijkt ook weer een allervriendelijkste vrouw. Ze vertelt honderduit over het reilen en zeilen in het dorp. Ze regelt vooral de geboortestand in het dorp. Vrouwen die te veel en te snel achter elkaar kinderen krijgen remt ze af. Als de aanwas van de kindergarten opdroogt, moedigt ze de vrouwen aan die in haar ogen een zetje nodig hebben. Lachend zegt ze dat ze haar baan kwijt zal raken als de vergrijzing ook hier toeslaat. Verder bestaat haar werk vooral uit vaccineren van de schoolkinderen en pijnstilling tot het jaarlijkse bezoek van een tandarts. Er is één geval van een psychische stoornis die vooral ‘s nacht overlast veroorzaakt, maar meer dan monitoren kan ze ook niet. De medische bijstand is verder goed georganiseerd. Indien nodig is er een dokter op een uur varen afstand en bij hoge nood komt de chopper uit Suva, de hoofdstad. Enig probleem is dat de praktijkruimte verplaatst moet worden naar een hoger deel van het dorp vanwege stijgend zeewater maar het is onduidelijk of en wanneer daarvoor hulp uit Suva komt. Ik neem nog wat foto’s van Maria en de nurse en dan nemen we afscheid.
Inmiddels zijn we al langer dan gepland in dit deel van de Lau eilandengroep. We kijken bijna tegen de bodem van onze provisiekasten aan, dus we moeten een plan maken waar we kunnen provianderen. We besluiten naar het hoofdeiland van de Lau-groep te varen waar naar het schijnt in het dorpje Lomolomo een winkel is. Anderhalve dag varen naar het noorden en de wind komt pal uit zuid. Na de lunch hijsen we het anker en varen richting de pas uitgang. Aan stuurboord zien we iets wat we eerst niet thuis kunnen brengen. Maar plots zien we weer een fontein. Het blijkt een walvis met haar kalf! Ze zwemmen samen gemoedelijk rond onze boot. Af en toe sproeit moeder tevreden haar adem uit, al snel gevolgd door haar kind. Hun ruggen bollenden boven het wateroppervlak.
Vroeg in de ochtend komen bij Lomolomo op Vanua Balavu aan. We laten ten zuiden van de pier ons anker zakken en varen met de dinghy naar het strand. Op een bankje slaan drie oudere heren ons gade. De winkel is een gebouwtje als een gesloten doos met een deur in het midden. Direct achter de deur staat een toonbank met een loketje zoals je vroeger in Chinese restaurants had om te voorkomen dat je kon zien wat er allemaal in de keuken gebeurde. Braaf lopen we ons boodschappenlijstje af en op alles wordt bevestigend geantwoord. Bij elk product roept de dame iets onverstaanbaars naar achteren en na enig gestommel komt een hand door het luikje met het door ons gevraagde. Met genoeg eten voor minimaal twee weken varen we weer terug naar de LEF. Dat komt goed uit, want de komende week gaat het heel hard waaien. We gaan hier schuilen tot we weer de oversteek kunnen maken naar het hoofdeiland van Fiji.