Tahiti

Na een vlucht van bijna 4000 mijl konden we er niet aan ontkomen, gisteren zijn we aangekomen op het prachtige Tahiti. Maar dat betekent ook dat wij nu fysiek in contact komen met de gevolgen van Corona. Alhoewel het aantal besmettingen hier nog minimaal is, moeten we toch even wennen aan het zien van caissières met mondkapjes én lasmaskers, politie controles die vragen waar je heen gaat en personeel dat alles ontsmet wat we heb aangeraakt. Voor jullie wellicht gesneden koek, wij moeten nog even wennen. Zeker na 2 maanden op zee! Maar het voelt ook goed om vaste grond onder de voeten te hebben én zelden zo goed geslapen als vannacht!

Met het goede been uit bed

De onderkant van de boot is inmiddels flink aangegroeid. Hopelijk mogen we blijven in Tahiti, maar dat stil liggen zal de aangroei geen goed doen. De verwachting is dat we in Tahiti, net als in Nuku Hiva niet mogen zwemmen. Aangezien we voorliggen op schema besluiten we de verveling te lijf te gaan door langs een van de Tuamoto-atols te varen. Wellicht kunnen we daar het anker even uitgooien en de onderkant schoon krabben. De Tuamoto atollen zijn een stuk of 75 ingestorte vulkanen die in een gordel boven Tahiti liggen. Het zijn grote cirkelvormige eilanden waarbij de rand van de voormalige vulkaan net boven het water uitsteekt. Hierop staan de palmbomen te wapperen in de wind en de krater is een oase van azuurblauw zeewater in de verder eindeloze, donkerblauwe oceaan. Soms is via een hele smalle doorgang tussen het rif het binnenmeer bereikbaar. Als we de boekjes mogen geloven ‘één van de hoogtepunten van de Pacific’. Aangekomen bij de Manihi-atol kondigen we onze komst aan op kanaal 16 in de hoop een reactie te ontvangen. Ik herhaal mijn oproep op kanaal 12 en 14. Geen reactie. Om het kwartier herhaal ik mijn oproep op alle drie de kanalen in willekeurige volgorde. Waar ik mijn oproep in het begin richtte op een havenautoriteit of iets dergelijks, eindig ik met een oproep aan welke vorm van leven dan ook. Geen reactie. Naar mate we dichterbij komen onderscheiden we een paar gebouwtjes die op de smalle strook eiland zijn gebouwd en die dienst doen als vakantiehuis, hotel of resort. Door de verrekijker turen we de gebouwen af. Nog maar een keer oproepen op de VHF. Langzaam maar zeker ontstaat het beeld van een soort subtropisch Tsjernobyl. Nergens een teken van leven. D z’n telefoon pakt een streepje bereik op. Waar normaal de naam van de provider staat, verschijnt nu: ‘Restez à la maison’. Aan de horizon pakken grijze wolken zich samen en bundelen hun krachten voor een tropische regenbui. D en ik kijken elkaar aan en besluiten 20 graden op te loeven richting Tahiti. Nu maar hopen dat we daar wel mogen zwemmen.

Radio-netje

Vanochtend in alle vroegte zijn we stilletjes vertrokken van Nuku Hiva met als bestemming Tahiti. Hier wil de FP overheid alle boten verzamelen die in FP nog aan het rondzwerven zijn. Nu we het prachtige eiland hebben verlaten, moeten we ook ons dagelijkse ‘radio-netje’ missen. In de baai liggen inmiddels zo’n 80 boten met allemaal een kapitein. En dagelijks komen alle 80 kapiteins samen in een virtuele vergadering over de marifoon. Om 8u stipt opent de oppervrijwilliger, zelf uiteraard ook kapitein, de vergadering. Hij fungeert als spelleider en neemt vooraf de spelregels door. Nu klinkt zo’n radio-netje heel onschuldig, maar het is een verkleinde weergave van de maatschappij, een kruising van Big brother, De Bus en Utopia. Grofweg zijn er 4 groepen te ontdekken in de baai. Allereerst heb je de autochtonen. Dit zijn de kapiteins die aangekomen zijn in FP voor 21 maart. Deze datum is voor hen belangrijker dan hun eigen trouwdatum. Alle kapiteins die voor deze datum gearriveerd zijn vinden zelf dat zij mogen blijven in FP. Zij vinden immers dat de spelregels naderhand zijn gewijzigd. De kapiteins uit de autochtone groep kennen elkaar al langer en tutoyeren elkaar liefst vergezeld van een begroeting in de taal van de kapitein. Dus als een autochtone kapitein uit Mexico tijdens het radio-netje interrumpeert met zijn bootnaam ‘Moondoggy’ zegt de opper vrijwilliger: ‘Ola Javier, go ahead’. Autochtone kapiteins vallen elkaar nooit af, zeggen alleen wijze dingen en refereren zo vaak als mogelijk aan gebeurtenissen van voor 21 maart. De autochtone kapiteins noemen de tweede groep ‘Asielzoekers’. Dit zijn de arrivals van na 21 maart. De status van deze groep is onduidelijk en de autotochtonen vinden dat deze groep moet ophoepelen naar Tahiti. Als een kapitein uit de asielzoeker-groep interrumpeert in het radio-netje wordt deze niet herkend en moet de kapitein minstens drie keer zijn bootnaam spellen voordat hij van wal mag steken. De derde groep zijn de drop-outs. Zij vinden de autotochtonen maar soup-nazi’s die alleen maar handelen uit eigen belang en politieagent spelen voor andere zeilers. De laatste groep zijn de Fransen. Zij maken een rommel van hun boot en stinken, althans dat denk ik. Zij zonderen zich af en organiseren een eigen ‘converçation virtuél’ in hun eigen taal.

Naast zakelijke informatie is het radio-netje ook doorspekt van intriges en aantijgingen. Akkefietjes met stern-anchors, zeilers die stiekem hun onderwaterschip schoonmaken of bij elkaar op bezoek gaan, worden tot in detail beschreven dat alhoewel geen namen genoemd worden, iedereen snapt om wie het gaat. De Corona stress brengt blijkbaar niet bij iedereen het beste naar boven.
De dag voor vertrek gooien we de tanks vol diesel. Mocht er eventueel een tekort ontstaan, kunnen wij in ieder geval vooruit. Na het tanken laten we ons anker weer zakken bij de uitgang van de baai. Dan kunnen we immers bij zonsopgang gelijk naar buiten. Als we net goed en wel liggen, komt onze buurman aangeroeid. Duidelijk een drop-out. Het blijkt Adam, een halve hippie uit Hawaii. We maken een praatje over het leven in de baai en hij vertelt dat hier aan de rand de grootste manta-rays voorbijkomen. Vandaag stikte het ook van de haaien, voegde hij daaraan toe. Ik zei dat het maar goed is dan dat we niet mogen zwemmen. Ik zou niet weten wat ik moet doen als ik zo’n haai zou zien. Waarop hij zei:” The sharks that you see are not dangerous, you have to be afraid of the sharks you don’t see”. Eigenlijk was het Adam te doen om een paar biertjes. Er geldt een verbod op alcoholverkoop en blijkbaar was hij door zijn eigen voorraad heen. Tijd dus om de voorraad van anderen op te drinken. We stoppen hem drie biertjes toe. Een paar uur later staat Adam weer aan onze boot. Doorweekt van de regen vertelt hij in z’n boxershort dat we vervaarlijk dicht in de buurt van zijn hek-anker komen. Hij stelt voor dat hij het anker losmaakt er een boei aan bindt. Morgen als wij vertrokken zijn, pakt hij dan het hek-anker weer op. Haastig ga ik akkoord, ik ben al lang blij dat wij in de stromende regen en in het donker niet op zoek hoeven naar een nieuwe ankerplek. De volgende morgen bij zonsopgang zijn wij klaar om te vertrekken. Nergens kan ik de boei met het hek-anker van Adam vinden. Totdat D achteloos opmerkt dat de boei onder onze boot verstrikt zit. In de nacht heeft de ankerlijn van Adam zich om ons roer en schroef gewikkeld. Er ziet niets anders op dan onder de boot te duiken. Terwijl ik kopje onder ga, bedenk ik mij wat Adam ook weer zei over de haaien…

Nuku Hiva

Gisteren zijn we aangekomen bij het mooiste eiland wat ik ooit heb gezien. Na 22 dagen op een zee van bijna 4000 meter diep doemde bij het ochtendgloren de contouren op van een machtig eiland. Trots toornen de bergtoppen van bijna 1200 meter uit boven het wateroppervlak. Niets toont dat het eiland op enige manier onder de indruk is van het constante beuken van de machtige oceaan golven op de rand waar het eiland zich verheft boven het wateroppervlak. Onze ankerbaai ligt ogenschijnlijk verscholen achter de imposante rotstoppen maar opent zich als een welkome thuishaven als we de bocht omkomen. De baai ligt ingesloten door een ring van bergen als een vulkaankrater om ons heen. De steile hellingen dicht begroeid door alle kleuren groen die je maar voor kunt stellen. Mooie glooiingen afgewisseld met robuuste rotsen die hoekig de lijnen onderbreken. Sommige toppen mysterieus gehuld in tropische wolken die weinig goeds voorspellen. Donkergrijs van het regenwater dat ze ieder moment kunnen uitstorten over de dorstige jungle. Andere bergtoppen die bijna fluorescerend oplichten in het felle zonlicht. Roofvogels draaien sierlijk op de thermiek om energie te sparen voor een aanval op hun volgende prooi. Aan de voet van de berghellingen staan huisjes met kleurige daken verscholen tussen de palmbomen. Af en toe stijgt er een rookpluim op uit een schoorsteen of tuin. Hoe dichterbij de zee hoe kleurrijker de natuur wordt. Hier worden de palmbomen afgewisseld met fleurige bloemen en struiken. De kade van de hoofdweg van het dorp wordt regelmatig geteisterd door de deining die onopvallend de baai in komt sluipen om zich vervolgens meedogenloos op de kade te pletter te slaan. Alhoewel de rookpluimen de aanwezigheid van mensen verraden blinken de straten juist uit door hun afwezigheid. Het geeft extra mysterie aan dit toch al mysterieuze eiland.

De harde realiteit is alleen dat we niet aan land mogen. Althans niet om het te ervaren, bekijken en te bewonderen. Er zijn maar vier redenen waarom je aan land mag: voor werk dat niet van uit huis gedaan kan worden, voor noodzakelijk boodschappen alleen bij de dichtstbijzijnde winkel, om medische reden waarbij direct contact noodzakelijk is en om hulpbehoevenden en/of kinderen bij te staan. Bij het aan land gaan moet de reden op een speciaal daarvoor verstrekt formulier aangegeven zijn, met eigen pen want niemand leent zijn of haar pen uit, en paspoort. Verder mag er maar één persoon per boot aan land. Om de 200 meter staat een BBQ tent met een local al dan niet vergezeld van een gendarme in uniform om te controleren of aan alle voorwaarden is voldaan. De locals zien er uit als getatoeëerde budha beelden. Alhoewel ze er vervaarlijk uit zien, zijn ze de vriendelijkheid zelve. Wellicht mede omdat de ernst hier nog niet zo hoog is. De gendarme heeft vaak z’n mond vol met iets eetbaars en vind daardoor ook alles prima. Maar toch, meer dan op en neer naar de vuilnisbakken of naar de supermarkt 200 meter verderop zit er niet in. Laat staan verdwalen in het dorp of met een bus de bergen in. Ik moet nog steeds wennen dat ik waarschijnlijk de Marquesas noodgedwongen moet verlaten zonder ze echt te kunnen ontdekken.

Binnenkort zullen we naar Tahiti door zeilen. Voornaamste reden is dat de Direction Polynesienne Des Affairs Maritimes wil dat we daar zijn. Daarnaast hopen we daar beter internet te treffen daar het hier kommer en kwel is. Meer dan WhatsApp tekstberichten zit er niet in. Verder is er een Carrefour op het eiland en niet in de laatste plaats: als er repatriëring op gang komt is het vanaf hier. Het gerucht gaat dat er aardig wat Fransen zijn die naar Frankrijk willen en in mindere mate maar nog steeds een aanzienlijk aantal Frans Polynesiërs is dat naar FP wil vliegen (Voor de vliegfanaten en spotters onder ons: We hoorden dat een Boeing Dreamliner vorige week een record heeft gevestigd door non-stop van Papeete, Tahiti naar Parijs te vliegen, zo’n 16.000 km). Daarom is het niet onaannemelijk dat er wellicht een vlucht gearrangeerd wordt waar wellicht ook andere Europeanen op mee kunnen. Daar moet worden bijgezegd dat het hier dagelijks giert van de geruchten en onbevestigde mededelingen, alles eerst in het Frans om een dag later ook nog eens in het Engels voorbij te komen. Dus allemaal nog erg onzeker, niks bevestigd. Maar omdat het nog een dag of acht zeilen is voordat we in Papeete zijn, kunnende niet hier wachten. Dan zouden we te laat zijn in het geval een vlucht bevestigd wordt. Wordt vervolgd!

Niet de kluts…

We hebben geen tijd meer. Het is op. We snappen hetzelf ook niet meer. We hadden het zo goed gepland, maar de tijd heeft ons ingehaald. Of sukkelt nog achter ons aan. Wat we ook bedenken we komen er niet uit. Volgen we ons plan eten we pas om 20u s avonds. Doen we wat de computer zegt, ontbijten we midden in de nacht. Maar in beide gevallen staat de zon hoog aan de hemel. Al hebben wij letterlijk zeeën van tijd, wij hebben alleen geen weet meer van de tijd. We leven in een tijdsvacuum, zo moet tijdeloosheid voelen. Er is maar één conclusie: WE ZIJN DE TIJD KWIJT.

We zitten nu 21 dagen op zee. 21 dagen die, op wat details na, identiek zijn geweest. We wisten dat we door 3 tijdszones zouden zeilen. Of waren het er toch vier. Iedere woendag hebben we op de kalender aangekruist en zetten we de klok 1 uur achteruit. 3 woensdagen maakt dan -3u. Om 12 s middags verzetten D en ik de kaartplotter, laptops, de scheepsklok en mijn telefoon braaf op de tijd die wij denken dat correct is. D pijnigt zijn hersenen en probeert zijn telefoon op Pacific tijd te krijgen maar de afspraken in zijn agenda op Amsterdam tijd te houden. Dit om te voorkomen dat hij dadelijk onverhoopt om 4u ‘s nachts bij de kapper zit te wachten op een knip beurt. Om het makkelijk te maken houden de Marquesas er ook nog -9,5u tijdsverschil met GMT op na. Dus de laatste woensdag hebben we er 1,5u van gemaakt. Maar als onze refentie Nederland dit weekend ook nog naar zomertijd gaat, zijn wij het spoor bijster en doen we maar wat. Totdat de havenmeester van Nuku Hiva ons morgen uit de droom gaat helpen en ons weer met beide benen in de tijd zet door te vertellen hoe laat het is!
Het einde nadert! Over 24 uur hopen we ons anker te laten vallen in de baai van Nuku Hiva en ons daar laten vertellen wat de procedures zijn. Als we mazzel hebben, doen we mee aan de loc down tot 15 april. Dit betekent een avondklok van 20u tot 5u ds ochtends. Als we pech hebben, moeten we in quarantaine. Wij hopen op een brakke internet verbinding, een uitzich
t anders dan de eindeloze zee en wellicht als bonus een bezoek aan land. Na 23 dagen schommelen kijken we daar naar uit!

Toestemming

We hebben waar we om vroegen: toestemming om te mogen provianderen en tanken op Nuku Hiva, Marquesas. Een officieel document in het frans met stempels en al. Knappe gendarmerie die ons nu nog gaat weigeren. Als klap op de vuurpijl hebben we daarnaast ook nog toestemming om naar Papeete, Tahiti door te mogen zeilen. Daar mogen we vooralsnog 30 dagen verblijven. Grote kans dat we daarvan wel 14 dagen in quarantaine moeten, maar het zij zo. Aan wal is het wat makkelijker onderhandelen of ik langer mag blijven dan in telex stijl via de satelliet telefoon. Dank iedereen voor de steun en hulp, dat heeft geholpen! De wind is van blijdschap ook gaan waaien, dus we vliegen nu met ruim 7 knopen per uur door de laatste 400 mijl. Marquesas here we come!

Corona kicks in

We zijn inmiddels een week na onze halfway party. Sindsdien is M de toegang tot FP ontzegd en gelukkig weer veilig thuis. Moesten wij de boot achterlaten en het land uit, om vervolgens weer te mogen blijven. Mits we 2 weken in quarantaine gingen. Daarna werd gesteld dat het hele land in quarantaine ging om vervolgens te horen dat er geen plaats meer voor ons is in Nuku Hiva op de Marquesas. Nu is de regel dat je mag stoppen voor proviand om daarna FP te verlaten. Indien je wilt blijven moet je een speciale aanvraag doen waarin je de urgentie van een verblijf toelicht. Dit verzoek hebben we gestuurd naar 4 instanties, waarvan 2 een foutmelding geven dat de mailbox vol is. Geen enkele maatregel sinds vorige week heeft 24 uur stand gehouden zonder te worden overruled door een strengere maatregel. We hebben inmiddels contact met thuisblijvers, achterblijvers, mensen ter plaatse en de consul van FP. We krijgen informatie van officiële instanties, geruchten, Facebook ‘nieuws’, van-horen-zeggen-nieuws, gevraagde en ongevraagde meningen van het-komt-allemaal-wel-goed optimisten tot armageddon aanhangers. Begrijp me goed, ik ben heel blij met alle hulp en medeleven. Zonder deze hulp waren wij nog in de verwachting dat M ons welkom zou heten in een rieten rokje met aloha shawl op Hiva Oa. Echter, de snelheid waarmee het nieuws zich opvolgt is niet bij te houden met een zeilbootje op zee. Officiële mededelingen worden ingehaald door geruchten uit tweede hand. Geruchten worden bevestigd en daardoor officiële mededelingen of worden ontkracht en daarmee de bron wellicht te kort gedaan. Ik verstuur emails waarbij ik drie updates na moet sturen omdat het nieuws al achterhaald is voordat de email door de 33k6 verbinding van de satelliet telefoon geperst is. En wij kunnen niets controleren. Hebben geen toegang tot Google, hebben nog nooit een journaal gezien waarin over Corona wordt gesproken, evenmin een krant met opinie stuk over COVID-19 gelezen. We weten niet eens wat Mathijs van Nieuwkerk ervan vindt en moeten het doen zonder de mening van Peter R.Ik maak wel een beetje zorgen. Ik ben bang dat FP de toestroom van boten niet aan kan. Het voordeel is dat alle boten die aankomen op de Marquesas vanuit Panama of Galapagos zijn vertrokken. Daar zij minimaal 3 weken op zee hebben gezeten, geeft dit de garantie dat alle bemanningsleden Corona vrij zijn. Maar de eilanden kunnen de vraag naar diesel en proviand niet aan. Zeilers zijn aan het hamsteren omdat ze ieder moment weggestuurd kunnen worden. De bevolking keert zich tegen de toeristen omdat zij hun boodschappen roven. En de overheid maakt zich zorgen over de medische faciliteiten die nooit en te nimmer toereikend zijn als COVID-19 hier massaal toeslaat. Allemaal begrijpelijke motieven, maar dat maakt het voor ons wel spannend.
We hebben contact met Robert Visser, de tot voor kort, Nederlandse consul in FP. Hij bracht ons in contact met Leo, een kapitein die momenteel in Nuku Hiva ligt. Leo geeft aan dat de baai daar vol raakt en binnenkomende schepen na hoognodige bevoorrading worden verzocht te vertrekken. Amerikanen zetten veelal koers naar Hawaii, zo’n vier weken zeilen naar het noorden. Maar voor niet-Amerikanen geen optie. Het is niet bekend waar deze wel heen gaan, maar Tahiti ligt voor de hand. De min of meer officiële regels zijn nu dat je 1x ‘landfall’ mag maken in FP. Daar mag je provianderen en tanken om daarna de territoriale wateren van FP te moeten verlaten. Als je wilt blijven moet je toestemming vragen via een 4 pagina dik document dat naar evenzoveel instanties en email adressen moet worden verstuurd. Er zijn voor ons twee mogelijkheden voor landfall: Nuku Hiva en Tahiti. Als je aanvraag bij één locatie wordt geweigerd, schijn je ook geen toestemming meer te krijgen voor de andere locatie. In overleg met de Consul hebben we besloten toestemming te vragen voor Tahiti met het extra verzoek een proviandstop in Nuku Hiva. Tahiti is een groter eiland met een grotere kans op proviand voor een langere periode en als er repatriëring op gang komt, zal het vanaf dit eiland zijn. De tussenstop is om in te slaan voor de naar verwachting minimaal 8 dagen die we extra op zee zitten. Onze huidig assortiment houdbaar bestaat nog uit een wortel, een paprika en een halve ui. Daarnaast wordt er een windstilte verwacht volgende week en zou extra diesel daarom welkom zijn. Naast de zonnepanelen die de accu’s van stroom voorzien, verbruiken we zo’n 3 liter diesel op bewolkte dagen om de ijskast, stuurautomaat en watermaker hun werk te laten doen. Ook moeten we naar alle waarschijnlijkheid alsnog 14 dagen in quarantaine in Tahiti.
In afwachting van het oordeel op de door ons aangevraagde toestemming blijven we koers zetten naar Nuku Hiva in de Marquesas. We verwachten daar zondag einde van de dag aan te komen.
Net toen gisteren ons de moed in de schoenen zakte, hoorden we gesnuif van ontsnappende lucht naast de boot. Verbaasd na ruim twee weken niets anders dan elkaars stemmen, steeds weer diezelfde playlist en het geruis van golven, keken D en ik over de rand. Een stuk over 30 dolfijnen buitelden over elkaar in de kleine boeggolf die de LEF produceerde in de lichte bries. Moeders met jonkies bleven op veilige afstand terwijl de oudere broertjes en zusjes salto’s maakten en vervaarlijk voor de boeg langs doken. Ik denk wel dik twee uur werden we als door een escorte voorzien richting ons eerste doel: de Marquesas.
In de middag lagen D en ik versuft door de hitte languit in de kuip te klagen over die Franse officials die dagelijks de regels aanscherpen of veranderen. Het voelt alsof we deelnemen aan een marathon waarbij tussentijds de finishlijn steeds voor ons uit wordt geschoven. De eerste 3 pagina’s van het aanvraagformulier voor tijdelijk domicilie in FP zijn zowel in het Frans als Engels, maar de 4e pagina waarin de slagen moeten worden gemaakt en wij onze motivatie duidelijk moeten maken is geen letter Engels meer te bekennen. Net op dat moment gilt de marifoon: ‘This is Blue Eyes, this is Bleu Eyes, anybody out there’. D en ik schieten overeind. Snel raadplegen we de AIS op de aanwezigheid van een schip. De kaartplotter ontkent de aanwezigheid van een schip in de buurt. D roept dat het een vliegtuig moet zijn. Samen turen we de compleet blauwe hemel af. Op een verdwaald wolkje na niets te vinden, laat staan een vliegtuig. Weer kraakt de marifoon: ‘This is Blue Eyes, this is Bleu Eyes, anybody out there’. Als uit een winterslaap ontwaakt, realiseren we ons dat we ook gewoon kunnen antwoorden. ‘Blue eyes, bleu eyes, this is sailing yacht LEF, over’, antwoord ik. Het blijkt een Fransman die samen met vrouw en kind een maand geleden uit Equador is vertrokken. Vooral Mickey is blij dat hij een andere stem hoort dan die van zijn vrouw en zit duidelijk om een praatje verlegen. D heeft een briljant idee en besluit Mickey in te zetten als tolk voor pagina 4 van ons aanvraagformulier. En zo zitten we, inmiddels in het donker, op 10 km afstand van elkaar Franse zinnen in het Engels te vertalen. Allemaal op noodkanaal 16, maar dat maakt niet uit want er is verder toch niemand in de buurt. Als we afscheid nemen vraag ik Bleu Eyes of zij geen grotere kans hebben om te mogen blijven in de Marquesas. Hij is tenslotte Frans en Polynesië ook. Er komt een vaag verhaal over dat zijn boot niet Frans is en blijkbaar zijn vrouw ook niet. Het gaat me nog te ver om in het eerste contact te vragen of zijn kind wel Frans is. Wellicht kunnen we dat bespreken onder het genot van een biertje ergens in Frans Polynesië.

Het keerpunt

Nog geen twee dagen geleden toasten D en ik op het goede verloop van onze reis tijdens de halfway party. We lagen prima op schema voor aankomst in FP. M was inmiddels onderweg naar FP om het stokje van D over te nemen. Dat het wellicht wat onzeker was of de terugvlucht van D doorgang zou vinden schaarden we nog onder het kopje mooie verhalen voor later. How little did we know.

Twee rollercoaster dagen volgden. Inmiddels zijn wij ook niet gevrijwaard gebleven van de Corona maatregelen. M was speciaal eerder vanuit NL vertrokken om op tijd in FP te zijn voordat Corona roet in het eten kon gooien. KLM/Air France wilde niet meer vliegen. Daarom langs de andere kant, via Nieuw Zeeland. Na 2 lange vluchten via Singapore kwam ze in Auckland aan. Maar vlak voor vertrek naar FP werd M uit het vliegtuig gehaald. FP laat geen ‘non-residents’ meer toe was het commentaar van de officials.
Inmiddels heeft FP bepaald dat alle non-residents het land moeten verlaten. Voor ons geldt:
Any boats arriving now, where the crew is not showing signs of COVID-19, will be allowed to re-provision, re-fuel and effect repairs with the goal of going to Tahiti where the Maritime Affairs Minister will find a safe mooring for them so they can leave the boat and return to their home country by air from Tahiti.
Ofwel, we moeten de boot voor anker achterlaten bij Tahiti en het land met het vliegtuig verlaten. Doorvaren is geen optie want omringende eilanden zijn of te ver varen of daar gelden (binnenkort) dezelfde restricties.
Wij varen nu naar het hoofdeiland van de de Marquesas waar we over een week hopen aan te komen. Daar mogen we tanken en provianderen om daarna door te moeten varen naar Tahiti. Gezien het tempo waarin de ontwikkelingen zich opvolgen in de laatste 3 dagen kan er nog een hoop veranderen. Inmiddels is de eerste besmetting gemeld op een boot in Tahiti. De kans dat maatregelen terug gedraaid worden neemt daardoor alleen maar af.
Dus waar FP de bekroning op een fantastisch reis moest worden, zijn we nu ietwat chagrijnig. Je kan je voorstellen dat de sfeer wat anders is dan tijdens de ‘Halfway party’. Het zou dus zo maar kunnen dat over een week of 3 wij in NL aankomen. Alhoewel ik er naar uit kijk jullie te zien, had ik me wat anders voorgesteld van het paradijs op aarde!

Halfway party

Vandaag bereiken we het halfway point!
Ter vergelijking: als wij vanuit Amsterdam waren vertrokken is de afstand die wij afleggen gelijk aan een rechte lijn naar New Delhi. Die in India ja, niet dat restaurant op de Zeedijk. We zijn nu ongeveer bij de grens tussen Turkije en Syrië. Voor en achter ons is alleen maar water, maar ook naast ons tot aan Moskou en tot en met de Sahara bestaat louter en alleen uit 4000m diep oceaan water. Dat is ongeveer het speelveld waar we ons in bevinden.
De psychologie boekjes aan boord adviseren om een halfway party te organiseren om de sfeer er in te houden. D en ik hebben even kort geëvalueerd en geconcludeerd dat de stemming er prima in zit, dus of daar een feestje voor nodig is betwijfelen we. Daarnaast nodigt de metaforische vergelijking van de grens tussen Turkije en Syrië ook niet uit tot een feestje. Inmiddels zijn we ook redelijk op de hoogte van de gevolgen voor jullie van de Corona crises, ook niet direct een aanleiding om de polonaise in te zetten.
Ik wilde hier een zielig verhaal op gaan hangen over onze ontberingen op zee. Dat het verse fruit en groenten die we nog hadden de Patricia Paay hebben overgeslagen en meteen door zijn gegaan voor de Patty Brard-status: oud en niet lekker meer. Dat we zijn aangewezen op knakworsten uit blik en havermout van houdbare melk. Dat we iedere dag schaduw moeten creëren in de kuip, omdat we anders wegfikken onder de zon die loodrecht boven ons een aanval doet op het warmte record van de dag er voor, dat de afgelopen nachten de zwartste waren die ik in mijn leven heb gezien door het ontbreken van een maan of dat we al dagen niets gevangen hebben behalve een monster dat de vislijn in tweeën rukte waardoor de vislijn door een katapult verstrikt raakte in de vlaggenstok en zwemtrap.
Maar wat we vooraf niet durfde te vermoeden is waarheid geworden: misschien zijn wij hier wel beter af dan elders in de wereld.
De afgelopen 6 etmalen hebben elke keer ruim 170 mijl afgelegd. Aangezien we de eerste dagen op zoek moesten naar wind en daardoor niet in een rechte lijn naar de bestemming voeren, hebben we veel tijd verloren. Ik verwacht daarom dat de tweede helft sneller zal verlopen in tijd dan de eerste. Langzaam maar zeker komt het einde in zicht. We hebben afgesproken tijdens de reis geen alcohol te drinken, tenzij een speciale gelegenheid zich daarvoor leent. Na het oversteken van de evenaar, grijpen we het ‘halfway point’ ook maar aan voor een G&T. Proost op het leven!

Het rekken van fase 2

Iedere etappe, kort of lang, kent altijd 3 fasen: de start waarbij we uitkijken naar de reis en de spanning naar wat ons te wachten staat, de middenfase waarin de routine de overhand neemt en de eindfase waarbij de routine overgaat in verveling en de hunkering naar de bestemming toeneemt. Nu is het zaak de 2e fase zo lang mogelijk te rekken en de 3e zo lang mogelijk voor ons uit te schuiven 😉 We naderen het ‘halfway point’ en zitten in een soort Groundhog Day feeling. Iedere nieuwe dag lijkt op de vorige. We vullen de dag met zeilen reven of ontreven, het energie level van de accu’s op peil houden, watervoorraad op peil brengen, weerbericht binnenhalen, weerbericht interpreteren, weerbericht bediscussiëren en concluderen dat we de conclusies van het weerbericht nog even uitstellen tot morgen. Menu van de dag samenstellen, 3 maaltijden bereiden, al dan niet brood bakken, enz, enz. Als ons drukke schema nog tijd overlaat vullen we die in met boeken en films. We zijn ons dagelijks bewust van onze unieke omgeving. Er zijn weinig plekken op de wereld die meer ‘remote’ zijn dan deze. Tot aan de horizon zien we golven. De horizon, zo ver als we kunnen kijken, is ongeveer 15 km ver. Maar achter die horizon ligt weer een uitzicht van 15 km en vervolgens weer en weer en weer. In totaal ruim 200 keer en dat alle kanten op van waar we ons nu bevinden. In een cirkel van 3000 km om ons heen is niets, nada, noppes. Geen land, geen vuurtoren, geen eiland, geen atol. De satellieten die we door s nachts aan de hemel aan ons voorbij zien suizen zijn 75x dichterbij* dan het dichtstbijzijnde land. De dichtstbijzijnde mensen zitten in de vliegtuigen die boven ons zouden moeten vliegen. Van verveling nog geen sprake!